Meteen naar de inhoud

Bart

 

Afgelopen week moest ik een telefoonnummer invoeren in mijn GSM. Het was van een jongen die grind kwam brengen voor de woestenij die ik halsstarrig ‘tuin’ blijf noemen. Hij heette Bart Peters en we lachten even. ‘Heb ik den Bart Peters in in mijne telefoon staan’, grapte ik. Maar toen ik de naam intypte, vroeg mijn gsm of hij de andere Bart Peters mocht overschrijven. Godverdomme, hij stond er nog in. Een goeie vriend die vier jaar geleden gestorven is.

Toen de grindjongen weg was begonnen de raderen te draaien. Zou ik ‘mijn’ Bart nog eens opbellen? Meteen verdrong ik de gedachte. Zijn telefoon lag nu vast bij zijn vriendin. Ze zou zich kapot schrikken als het ding ineens begon te zoemen vanuit een lade van haar sécretaire, waar hij lag onder zijn laatste agenda en de leesbril die hij nooit op had. Toch maar niet doen dus.

Maar ik stond in de file voor een sluis en mijn raderen bleven draaien. Hij bekijkt al vier jaar het gras van de onderkant. Hoelang overleeft zo’n batterij het nu? Die telefoon is vast zo dood als Den Bart, bedacht ik me.

Maar de voicemail staat ergens op een server, dus die zou wel nog kunnen werken. Mijn duim ging naar het nummer. Gewoon nog een keer zijn stem horen. Alles in de cloud staat daar voor eeuwig. wij moderne mensen leven dus echt voor altijd. Zoals de cassettebandjes van de dictafoon van mijn vader, die mijn moeder in de brandkast bewaarde maar nooit heeft durven beluisteren. Ergens begrijpelijk, je geliefde wordt toch een soort poltergeist op die manier.

Ik was afgedwaald en moest mijn telefoon opnieuw aanwrijven. Daar was hij weer; den Bart. Mijn ‘brother in crime’. Niemand die zo mooi ‘we gon er nog iene pakke!’ kon zeggen. Ik besloot eerst zijn gortdroge voicemailtekst nog eens te beluisteren, en dan een pint te gaan drinken. Bij wijze van spreken op zijn gezondheid.

Het licht werd groen en hobbelend over kasseien drukte mijn duim bijna automatisch op het groene hoorntje. Bijna. Want zijn madam, had die het abonnement wel betaald? Ik kan mij voorstellen dat je dat nog een tijdje doet. Zo’n abonnement opzeggen is toch hetzelfde als zijn kleren weggooien. Maar het was een druk baasje, met een uitgebreid telecompakket. Juist omdat er niet mee gebeld wordt, heeft elke maand 50 euro in de schelde smijten iets weg van de ultieme zinloosheid.

De kans dat ik dus terug in de tijd kon gaan en Bart zijn stem nog eens zou horen, was vrijwel nihil. Maar de stilte die mij aan de andere kant van dat zo vertrouwde telefoonnummer zou opwachten had ook iets aanlokkelijks. Alsof ik met het hiernamaals zou bellen, waar alles stil blijft. Voor altijd.

Mijn vingers twijfelden nog even wat te doen, maar een stoeprand maakte de keuze voor hen. De telefoon begon te bellen, binnen een paar seconden zou ik of Bart, of de stilte van de eeuwige jachtvelden horen.

Een stem kraakte boven een passerende tram uit. ‘Met Johan De Cnodder’, klonk het vrolijk. Ik drukte snel af zonder iets te zeggen. De telefoonmaatschappij had het nummer waarschijnlijk opnieuw uitgegeven. In onze 21e eeuw is dus pas het bewijs geleverd dat reïncarnatie echt bestaat.

Al vloekte deze jongen niet zo hard als mijn Bart.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ja, ook ik stuur cookies op u af. Sorry.